Bloed & ademhaling

Als je een kaars aansteekt, komt daar licht en warmte vanaf. Voor verbranding heb je energie en zuurstof nodig. Het kaarsvet is de brandstof, de energie, voor de verbranding. De zuurstof wordt uit de lucht gehaald. Wanneer je een glas over de brandende kaars zet , gaat deze uit. De zuurstof wordt opgebruikt, waardoor de kaars uit gaat.

In je lichaam vindt er ook verbranding plaats. In iedere cel van je lichaam vindt verbranding plaats. Bij de verbranding in je lichaam zie je geen vuur. Dit gebeurt overdag, maar ook 's nachts. Zonder verbranding heeft de cel geen energie om te leven en gaat hij dood.

Voor de verbranding in de cellen van je lichaam is zuurstof nodig. Deze zuurstof krijg je binnen door adem te halen. In je longen wordt het zuurstof opgenomen in je bloed. Je bloed vervoert de zuurstof naar de cellen in je lichaam. Wanneer je uit ademt, geef je koolstofdioxide af aan je omgeving. Koolstofdioxide is een afvalproduct, wat vrijkomt bij de verbranding. Planten gebruiken deze koolstofdioxide weer bij de fotosynthese.

In het lichaam van een volwassene zit ongeveer 4,5 tot 6 liter bloed. Het bloed bestaat voor een groot deel uit een gele vloeistof, het bloedplasma. In het bloedplasma zitten de rode bloedcellen, witte bloedcellen en bloedplaatjes. Dat je bloed er rood uitziet komt door de kleurstof die in de rode bloedcellen zit. Het bloed vervoert allerlei stoffen door je lichaam. In het bloedplasma zitten voedingstoffen opgelost welke naar alle cellen in je lichaam worden gebracht. Afvalstoffen uit de cellen worden via het bloedplasma opgehaald. De rode bloedcellen hebben de belangrijke functie om de cellen in je lichaam van zuurstof te voorzien.

© 2006- 2024 BioDesk.nl  -  All Rights Reserved  -  Disclaimer  -  Opmerking/vraag over deze pagina?