Bloedsomloop

Bloed stroomt door je lichaam om stoffen te vervoeren en op te halen bij de cellen in je lichaam. Het hart is de motor van het lichaam, het zorgt ervoor dat het bloed wordt rondgepompt. Het hart pompt het bloed de slagaders in. De grootste slagader is de aorta. De aorta vertakt zich in kleinere slagaders. Deze slagaders vertakken zich naar steeds kleinere bloedvaten, de haarvaten. Het laden en lossen van de stoffen bij de cellen in je lichaam gebeurt in de haarvaten. Na het laden en lossen van de voeding- en afvalstoffen wordt het bloed terug vervoerd naar het hart. Hiervoor komen de haarvaten bij elkaar in de aders. De kleinere aders komen samen in grotere aders welke uiteindelijk het bloed terugvervoeren naar het hart.

De bloedsomloop bestaat uit twee delen, de kleine bloedsomloop en de grote bloedsomloop. De kleine bloedsomloop loopt van het hart naar de longen en terug. In de longen wordt er zuurstof gehaald en koolstofdioxide weggebracht. De grote bloedsomloop loopt van het hart naar alle cellen in het lichaam en weer terug naar het hart.